Duidelijkheid over nieuwe strafworpregels: wat mag wel en wat mag niet?

Bron: Redactie Korfbal.nl

Spelregels

Filmpjes van op het oog glaszuivere strafworpen die worden afgekeurd doen de ronde op sociale media. De regels van het nemen van een stip zijn inderdaad veranderd, maar wellicht nog een beetje onduidelijk. Wat mag nou WEL en wat NIET? We vragen het Henry van Meerten, directeur van het KNKV.

“Allereerst is het goed om te weten dat de IKF deze nieuwe regels heeft bepaald en dat wij als IKF-lid verplicht zijn om deze over te nemen”, begint Van Meerten. “En de IKF informeert door middel van de Playing Rules Commitee (PRC) wat er speelt in de landen van haar leden. Oftewel: zij proberen dingen die op nationaal niveau spelen aan te pakken in de regelgeving voor het internationale korfbal. Wij zijn verplicht dat over te nemen.”

Strafworp
“Wat ze bij de nieuwe regel van de strafworp geprobeerd hebben, is om alle onduidelijkheid weg te halen over wat wel en niet mag. Mag je wel of niet inlopen als iemand stuitert met de bal? Mag je de bal wel of niet afspelen op een medespeler? Dat soort, en tal van andere denkbare situaties, willen ze op deze manier vermijden. De nieuwe regel is simpel: als je een strafworp krijgt, heb je de plicht om deze te nemen. Afspelen, stuiteren, de bal opgooien: het mag allemaal niet. Als de bal los is, moet die richting de korf gaan. Ook de bal in je handen laten draaien mag daarom niet meer. Hoewel je er anatomisch over kan twijfelen of de bal helemaal los is, mag dat van de IKF niet. Want het is onmogelijk om te zien of dat draaien op de handpalm, op de vingers of ergens anders is. De bal in je handen draaien wordt gezien alsof de bal los is. Dat mag dus niet en dan krijg je, net als bij stuiteren, afspelen of opgooien een spelhervatting tegen.”

“Wat wel gewoon nog steeds mag, is de bal naar onderen halen. Of ouderwets het zesje maken. Of zoals Jos Roseboom vroeger deed de bal helemaal naar je tenen halen – mits je hem maar in je handen houdt. Als je de bal, als hij los is, maar richting de korf speelt. Je mag ook gewoon net als vroeger de tijd en concentratie nemen voor je strafworp. Anders dan bij een vrije bal staat er geen tijdslimiet voor de strafworp van bijvoorbeeld vier seconden. Maar als de scheidsrechter vindt dat je er véél te lang over doet, mag hij op een gegeven moment wel affluiten, als je redelijkerwijs de tijd hebt gehad om je concentratie te nemen.”

Nagels
Een andere nieuwe regel waar enige ophef over kwam, was omtrent de nieuwe eisen die aan nagels worden gesteld. Iemand die deelneemt aan het korfbalspel, mag geen lange nagels meer hebben. Van Meerten: “De IKF heeft ook gekeken naar de mode-ontwikkelingen. Lange nagels zie je steeds meer en de kans dat je met lange nagels iemand letsel toe kan brengen, is een stuk groter dan met korte. Net als dat braces niet mogen uitsteken, ijzeren noppen niet mogen, enzovoort. De officiële regel is dat je korte en effen nagels moet hebben. En wat kort is, ligt aan de interpretatie van de scheidsrechter. Maar ik denk dat een ieder redelijkerwijs wel kan bedenken wat kort en lang is. Een arbiter mag het spelen met lange nagels verbieden.”

8x wisselen
Een volgende nieuwe regel, die bij alle teams wél bekend is, is het acht keer wisselen dat sinds deze zomer mag. Tot dusver bevalt de invulling van die regels goed bij het KNKV. “De eerste weken krijg je natuurlijk altijd wel wat commentaar, dat is niet gek bij verandering. Maar de eerste geluiden zijn positief. Teams zijn er vaak wel blij mee, het is vooral de scheidsrechter die er extra werk van heeft. Maar de regels zijn vrij simpel: een speler mag niet meteen naar het andere vak worden gewisseld in één spelhervatting én een speler mag terugkomen in het veld. Verder is het hetzelfde, alleen mag je acht keer wisselen in plaats van viermaal. In het begin zal iedereen vaak wisselen, maar na een tijdje loopt dat over het algemeen wel terug.”

Een voordeel voor de arbiters is dat de regel van het verplicht overdragen van een aanvoerdersband als de aanvoerder wordt gewisseld, is afgeschaft. “De captain moet in de beginopstelling staan en blijft dan de hele wedstrijd aanvoerder. Hiervoor moest de aanvoerdersband naar een andere speler als de captain vervangen werd, dat is niet meer zo. Ook als een aanvoerder naar de kant wordt gehaald, blijft hij aanvoerder. De band hoeft dus niet meer over en weer.”