Gaan we voor plezier of voor resultaat?

27-06-2015

Op de KNKV-site staat een interessant artikel en bijbehorend onderzoeksrapport over de relatie tussen trainers en kinderen en de effecten hiervan op hun sportdeelname. Het onderzoek is uitgevoerd voor het actieplan “Naar een Veiliger Sporklimaat”. Dit is een programma van NOC*NSF en de sportbonden om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag in de sport tegen te gaan.

Trainers en coaches hebben veel invloed op het gedrag, de zelfwaardering en het sportplezier van jonge sporters. Denk aan hun manier van coachen, het geven van complimenten of juist door de manier waarop zij omgaan met ongewenst gedrag. 

Leuk zo’n ‘veilig sportklimaat’, maar hoe kan een trainer of coach van jonge sporters nou bijdragen aan het creëren van zo’n klimaat? En wat zijn daarbij de succesfactoren? Dat was de centrale vraag van het onderzoek dat door Kennispraktijk is uitgevoerd, in samenwerking met de Haagse Hogeschool, Fontys Hogescholen en Windesheim. Om deze vraag te beantwoorden bezochten de onderzoekers 37 trainers en coaches van verschillende sporten verspreid over 24 verenigingen. Ook werden gesprekken met experts gevoerd. 

De meeste trainers en coaches die aan het onderzoek meewerkten weten dat het niet alleen gaat om het aanleren van sporttechnische vaardigheden. Zij weten dat voor jonge sporters een veilige en plezierige omgeving net zo, en misschien wel belangrijker is. Zonder problemen somden zij de randvoorwaarden van een plezierig en verantwoord sportklimaat op: structuur bieden en duidelijke instructies, richten op plezier en niet zozeer op winnen, complimenten geven en zorgen dat iedereen aandacht krijgt. 

Maar opnoemen is iets anders dan toepassen op en langs het veld, blijkt uit het onderzoek. In de praktijk worstelen trainers en coaches met de soms tegengestelde richtlijnen. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat sporters iets leren en tegelijkertijd plezier hebben; hoe je aandacht geeft aan een individuele sporter en ook aan de hele groep; hoe je structuur biedt maar sporters ook zelf laat bepalen en hoe je het geven van aanwijzingen combineert met het stellen van vragen, om sporters zelf aan het denken te zetten. 

Dus hoe zorg je als trainer of coach nou voor een veilige sportomgeving? Een klimaat waarin de nadruk op de ontwikkeling van jonge sporters ligt. Om trainers en coaches op weg te helpen: vier kernkwaliteiten zijn echt van belang. Deze kernkwaliteiten zijn onder andere gebaseerd op het Trainer-kind interactie onderzoek: 

Structuur om duidelijke randvoorwaarden te creëren

Maak duidelijke afspraken over omgang met elkaar en materiaal

Leef zelf afspraken en grenzen na (geef het juiste voorbeeld)

Corrigeer consequent op gedrag als afspraken niet worden nagekomen of grenzen worden overschreden

Positief aanmoedigen en complimenten geven 

Geef complimenten op basis van inzet, niet alleen op resultaatGeef aanwijzingen in de vorm van een taak/opdracht of tip

Geef gerichte aanmoedigingen of complimenten bij het uitvoeren van een specifieke taak

En geef complimenten om het geloof in eigen kunnen te stimuleren

Aandacht voor individuele sporters en diversiteit binnen het team

Ga de dialoog aan met individuele sporters

Stem aanwijzingen en complimenten af op het individu op basis van niveau, achtergrond en de thuis- en schoolsituatie

Regie bij de sporter om zich te ontwikkelen

Help de sporter door gerichte vragen te stellen over het doel

Geef de sporter keuzes om zijn of haar doel te bereiken

Stel het geven van feedback uit om sporter zelf na te laten denken

Bevestig en beloon bewuste keuzes en antwoorden met complimenten

In bijgevoegd document wordt interactie tussen trainer en kind nader bekeken en kun je conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek lezen.

publieksversie_interactie_tussen_trainer_en_kind_nader_bekeken.pdf