Laat elk hart sneller kloppen: Momo Stavenuiter

MomoZiggo

Ziggo Dome laat elk hart sneller kloppen. Op 7 april 2018 vindt de ontknoping van de Korfbal League wederom plaats in de geweldige ambiance van Ziggo Dome. In Amsterdam strijden de twee beste ploegen van Nederland om de landstitel. Vaak zinderend, een plek waar spanning en sensatie samenkomen. Tot aan de Korfbal Leaguefinale gaat Korfbal.nl op zoek naar spannende momenten uit de geschiedenis van de Korfbal League. Vandaag Momo Stavenuiter. Welke momenten lieten zijn hart sneller kloppen?

Werkelijk alles wat je als korfballiefhebber wil zien, zat in de play-off reeks tussen PKC/SWKGroep en Blauw-Wit van vorig jaar. Na een ongekend seizoen van PKC, dat álle competitiewedstrijden overtuigend wist te winnen, was het dark horse Blauw-Wit dat de grote titelfavoriet van de finale afhield. En op wat voor manier. Er moest een beslissingswedstrijd aan te pas komen, die eindigde in 26-27. Momo Stavenuiter blikt positief terug op die serie. “Ik ben blij dat ik daar deel van heb uitgemaakt. Met Blauw-Wit hebben we iets neergezet wat niemand had verwacht.”

Mentaal gewonnen
Stavenuiter neemt ons mee terug naar die drie wedstrijden tegen PKC. Te beginnen bij de eerste ontmoeting, die uitmondde in een grote verrassing. “Afgezien van de 2-0 achterstand hebben we de gehele wedstrijd aan de goede kant van de score gezeten en dat hebben we tot het eind vol gehouden. Voor ons dreigde het gevaar dat PKC een rits aan goals zou maken, dat lieten ze iedere wedstrijd wel zien. Maar het was een lange, steady wedstrijd van onze kant.” De Amsterdammers wonnen de wedstrijd deels op verdedigend vlak, maar na afloop spraken spelers en coach vooral over een ‘mentale overwinning’. Stavenuiter legt uit: “Je weet dat je als de nummer vier uit de reguliere competitie tegen het ongeslagen PKC moet. Zij hadden alles dik gewonnen en stonden eigenlijk al ‘3-0’, nog voordat de eerste wedstrijd al was begonnen. Zo zijn we die wedstrijd echter niet ingestapt, PKC is geschrokken van ons. Wij wilden namelijk laten zien; ‘zo kan het ook’. We zijn er volle bak ingegaan en hebben heel veel strijd geleverd.” Uiteindelijk werd het 23-27 in het voordeel van Blauw-Wit.

‘Dit is onze kans geweest…’
Of Blauw-Wit PKC daardoor op scherp had gezet? In eerste instantie niet, want wederom had Blauw-Wit het overwicht. “Ja, we zaten er lekker in”, erkent Stavenuiter. Maar het ging misschien wel iets te goed, want de Papendrechters konden in de eindfase een achterstand van vier punten omzetten in een voorsprong, mede door een scherpe Suzanne Struik en supersub Nick Janssens. “Maar wij waren in het hoofd misschien te veel met andere dingen bezig. Iedereen had het gevoel dat die finale eindelijk gehaald kon worden.” Juist die druk brak hen op, terwijl de formatie van Barry Schep weer een goede pot speelde. “Ik had bijna het gevoel: ‘Dit is onze kans geweest…’ Man, wat waren we er dichtbij! Toch hebben we best snel die knop om kunnen zetten.”

Adrenaline giert door de hal
Blauw-Wit toonde zich mentaal weerbaar door zich weer ijzersterk op te stellen op die dinsdag, weer in Papendrecht. De international voelde dat het nog niet klaar was. “Toen we in de kleedkamer zaten voor de voorbespreking hing er een goede vibe, er was veel vertrouwen. En waarom ook niet? Er was geen reden om te denken dat het deze laatste keer niet weer zou lukken, we haalden enorm veel vertrouwen uit de eerdere wedstrijden. Tegen dit PKC konden we wat klaarspelen en dat voelde iedereen in de groep goed aan. Of de moeheid ons geen parten speelde? Als je de warming-up al hebt gedaan en je zit in de voorbespreking, ben je alleen maar met de pot bezig. Dan komt de adrenaline los.” Niet alleen bij de spelers, maar ook bij de toeschouwers in de bomvolle PKC-hal. Die begonnen zich vooral te roeren in de laatste vijf minuten, toen PKC een comeback inzette bij een 22-27 achterstand. “Puntje voor puntje kwamen ze dichterbij. Het spelletje was totaal anders. De eerste helft hadden we er liefst 21 inliggen, de tweede helft maakten we er maar zes. We waren weer veel te vroeg met een overwinning bezig.” Op 11 seconden voor tijd kreeg Stavenuiter dan toch dé mogelijkheid om de finale eigenhandig binnen te slepen via een stip bij de stand van 26-27. “Eerder in de wedstrijd had ik drie stippen genomen en die gingen er allemaal feilloos in. Ik had er vertrouwen in dat ik deze ook zou gaan maken. Ik dacht: ‘Ik gooi ‘m erin en het is klaar’. Maar je kan dat wel tegen jezelf zeggen, maar je weet ook wat er op het spel staat. Dat ik deze stip miste, zie ik nu vooral als een leermoment.” De strafworp was te kort en drie seconden later lag Mandy Koelman met een bebloed gezicht op de grond. Het spel lag zo’n twee minuten stil en op dat moment kon Stavenuiter zichzelf enerzijds wel voor de kop slaan, aan de andere kant kon hij alleen maar afwachten. “PKC had nog een aanval en Laurens Leeuwenhoek kreeg een vrije bal. Met hem is het fifty-fifty dat hij raak gaat. Ik voelde een soort van gelatenheid, want ik kon niks meer doen. Ik liep niet als een gek te balen, want het enige wat ik kon doen, was afwachten.”

Mooiste wedstrijden
Het einde is bekend: Blauw-Wit haalde de finale in eigen stad, maar verloor daar van TOP. “Uiteindelijk overheerst nog steeds de teleurstelling van de verloren finale. Wat hadden we daar toch eigenlijk ook een kans en het is zuur dat het ons niet is gelukt. Het collectieve TOP was net iets beter dan het collectieve Blauw-Wit.” Desondanks mag Stavenuiter terugkijken op een uitstekende reeks. Natuurlijk heeft Blauw-Wit een bijzondere prestatie geleverd, maar persoonlijk legde hij Richard Kunst het vuur aan de schenen. “Maar ik hoop niet dat dit mijn beste wedstrijden zijn geweest, ik hoop en denk dat er nog steeds een stijgende lijn in mijn spel zit. Ik hoop nog meer te leren en Wim Scholtmeijer heeft mij daarin de bevestiging gegeven door mij te selecteren voor TeamNL Korfbal. Maar wat betreft die play-offs en de finale, dat waren we de mooiste wedstrijden uit mijn carrière tot nu toe. Vooral ook de belangrijkste. Als je ergens om speelt, komt er zoveel strijd bij kijken. Dat is fantastisch.”

Bron: Korfbal.nl